'Wat vinden zij eigenlijk van omgekeerde integratie?'

Al bijna 21 jaar loopt Mercedes Stalenhoef met haar camera rond op het terrein van de Prinsenstichting in Purmerend om educatieve voorlichtingsfilms te maken over de bewoners, verstandelijk beperkten van verschillende niveaus. In 2006 resulteerde dat al in de ontroerende documentaire Ik wil nooit beroemd worden, over begenadigd cellist Tobias die als gevolg van een hartstilstand en lange coma bij de Prinsenstichting terechtkomt.

Mercedes kwam zo’n zeven jaar geleden in contact met bewoner Peter Schuster. Hij vertelt haar keer op keer dat hij zo graag een ‘gewoon’ meisje uit de maatschappij wil en dat hij het liefst buiten de instelling wil gaan wonen. Wanneer er plannen komen om het hele terrein te verbouwen tot een nieuwbouwwijk, lijkt Peters droom steeds meer werkelijkheid te worden. Het is namelijk de bedoeling dat in deze wijk ‘normale’ mensen en verstandelijk gehandicapten door elkaar komen te wonen. “Voor de bewoners van de inrichting is het een groot avontuur. Peter wil graag meedraaien in de maatschappij en ‘normale’ buren komen hierbij goed van pas. Maar aan de andere kant zie je ook dat Peter en zijn groep er vraagtekens bij hebben. ‘Is het niet eng, gaan ze ons niet pesten? Wie zijn dat dan, ‘normale’ mensen?’.” Mercedes, benieuwd naar hoe het allemaal zou gaan lopen, besluit het hele proces te filmen.
 
Eén leeg huis
Uit deze nieuwsgierigheid komt Ik hoor hier niet thuis voort, waarin Mercedes Peter en zijn groep zeven jaar lang volgt. We zien hoe Peter omgaat met andere groepsgenoten, tijdens verschillende feestjes in de grote zaal, als hij op meidenjacht gaat, als hij pianospeelt voor zijn vriendinnetje Lotte en als hij optreedt met zijn band. “Het plan was om de bouw en de verhuizing te volgen. Daarna zou ik dan nog 1 à 2 jaar wachten op de komst van de ‘gewone’ mensen.” Dit liep echter heel anders dan gepland. De koopwoningen voor de ‘normale mensen’ werden niet verkocht, waardoor ze ook niet werden gebouwd. “Er is nog helemaal niets veranderd. De woningen voor de verstandelijk gehandicapten zijn gebouwd, maar verder staat er enkel één lege modelwoning omringd door hekken en moeras; een schrijnend en surrealistisch beeld.”
 
Omgekeerde integratie

In de afgelopen 30 jaar is er veel veranderd voor verstandelijk gehandicapten. Niet iedereen is het erover eens dat grootschalige inrichtingen in bosgebieden ideaal is. De afgelopen jaren zijn er kleine woonvoorzieningen gerealiseerd in de wijk, waar ook veel mensen onder begeleiding zelfstandig kunnen wonen. Mercedes is van mening dat het goed is dat verstandelijk gehandicapten kunnen kiezen in wat voor woonvoorziening ze willen wonen. “Ik denk dat het voor een aantal mensen prettig is om in een beschermd gebied te wonen. Daar hebben ze het waarschijnlijk makkelijker dan in een wijk waar mensen bepaalde ‘trekjes’ van de verstandelijk beperkten niet tolereren. Een inrichtingsterrein voelt toch een beetje als een dorp. Als Piet naar de winkel gaat en hij vergeet waarvoor hij komt, dan weten ze in de winkel wel dat hij bijvoorbeeld brood moet hebben.”
 
De overheid had voor ogen om alle terreinen voor 2010 te sluiten en dat alle verstandelijk gehandicapten zouden integreren in ‘normale’ wijken. “Dat was natuurlijk niet realistisch. Het feit dat iedereen in de maatschappij moet integreren lijkt me niet een hele verstandige visie. Ik denk dat het goed is om de mensen die dat willen de kans te bieden, maar degenen die dat niet willen moet je de mogelijkheid geven om ergens rustig hun leven te leiden op een beschermd terrein.”
 
Inkijkje in een andere wereld

Met deze zoektocht naar het vinden van je eigen plek, de grillen van het systeem en het zoeken naar de juiste oplossing, wil Mercedes laten zien hoe verstandelijk gehandicapten leven en hoe ze over de aan hun opgelegde situatie denken. “Er komen eigenlijk weinig ‘buitenstaanders’ op zo’n terrein. Als ik zelf kijk naar mijn jeugd en hoeveel verstandelijk gehandicapten ik in mijn buurt had, dan zijn dat er heel weinig. Je kwam ze gewoon vrijwel nooit tegen. Ik denk dat als je integratie wilt, dat het belangrijk is dat iedereen kennis neemt van een wereld die men vreemd is. Wat vinden zij van het project? De overheid kan het wel leuk op papier bedenken, maar hen wordt het niet gevraagd. Hoe kan je er als samenleving naar kijken? Ik denk dat het verstandig is om te kijken naar wat zij willen, voordat alle inrichtingen tegen de grond gaan. Want je ziet dat er mensen zijn die het op prijs stellen om op zo’n rustig terrein te wonen.”
 
Acceptatie
Naarmate de jaren verstrijken lijkt Peter ook steeds meer de rust op te zoeken en te accepteren dat hij in een inrichting woont. “In de loop van de tijd zie je dat hij zich realiseert dat hij hulp nodig heeft, dat hij het niet alleen redt.” Elke bewoner van de Prinsenstichting probeert zijn eigen plekje te vinden. Zoals Gerry, ‘de politieagent’, die zich ontfermt over alle afval dat hij vindt. Met zijn vuilniszak loopt hij langs het lege, moderne huis. Mercedes vervolgt: “Life goes on. Peter vindt het ontzettend jammer dat de grote zaal, waar alle feesten zich afspeelden, weg is, maar hij heeft zijn eigen nieuwe paradijsje gecreëerd. Hij beschikt namelijk over de gave om wat hem niet zint om te zetten naar iets wat hij wel wil. Het is voor hem steeds zoeken, maar hij heeft nu de rust gevonden. Op zijn geheime visplek.”
 
De documentaire Ik hoor hier niet thuis zal na de tv-uitzending worden ingezet voor educatieve doeleinden. Ook zal hij worden ingestuurd naar verschillende (inter)nationale festivals. Voor haar volgende film slaat Mercedes een andere weg in. Ze schrijft aan een scenario voor een fictiefilm.
 
2Doc: Ik hoor hier niet thuis wordt woensdag 3 december om 23.00 uur uitgezonden op NPO 2.